Artikel in De Limburger van 27 februari

q

Artikel in De Limburger van 27 februari

Hieronder de tekst van het artikel:

ONDERNEMEN Cursus moet beginnende ondernemers voorbereiden op het opstarten van een eigen bedrijf

‘Snelkookpan’ stoomt starters klaar

Veel mensen die een eigen bedrijf beginnen, maken een valse start. Een nieuwe cursus voor beginnende ondernemers moet dat voorkomen. In tachtig uur worden starters-in-spe klaargestoomd voor het ondernemerschap. Of niet, zeggen de initiatiefnemers. „Soms is het ook gewoon beter om er niet aan te beginnen.”

door Stefan Dölcken

Snelkookpan. Zo hebben Marlies Heeringa en Joyce Verheijden hun cursus voor startende ondernemers genoemd. De vrouwen hebben jarenlange ervaring als ondernemer. Heeringa houdt zich bezig met kwaliteits- en veiligheidsadvisering, Verheijden is actief op het gebied van coaching. In het Maastrichtse Inspiratiehuis voor ondernemers hebben ze hun krachten gebundeld. Ze bieden diensten die ondernemers moeten helpen om in deze tijd succesvol te zijn. Een van de pijlers is de cursus voor starters.

Volgens Joyce Verheijden voorziet de ‘snelkookpan’ in een behoefte. „Starters zitten met heel veel vragen maar kunnen lang niet altijd goed aan antwoorden komen. Er zijn wel veel informatiesessies die je kunt bezoeken, maar er was geen totaalpakket waar mensen echt iets aan hebben.”

Komt bij dat beide ondernemers ook wel in de gaten hebben dat veel mensen die de stap zetten naar het ondernemerschap van een koude kermis thuiskomen. „Schrikbarend veel starters stoppen na korte tijd alweer met hun zaak. Wij willen de kans verhogen dat iemand die voor zichzelf begint het langer en duurzamer redt.”

Mede-initiatiefnemer Marlies Heeringa geeft een voorbeeld. „Toen ik zelf startte met mijn bedrijf had ik helemaal geen netwerk. Het heeft mij twee tot drie jaar gekost voordat ik dat had staan. Wat wij in de snelkookpan doen, dat is zorgen dat die starters eigenlijk al meteen een goed netwerk hebben.”

Dat de cursisten ‘les’ krijgen van een team ervaren ondernemers, helpt daarbij, vindt Heeringa. „Die hebben al een netwerk en ze willen dat graag delen met de starters. Je krijgt dus heel snel die lijntjes naar mensen die jou met je onderneming verder kunnen helpen. Dat is een enorm voordeel.”

Het neerzetten van een netwerk past bij een ander belangrijk aspect van de cursus, zegt Joyce Verheijden. „Wie denkt dat ondernemen iets is dat je alleen moet doen, heeft het mis. Je moet samenwerken met anderen, elkaar versterken. Dat is zo belangrijk.”

De cursus duurt in totaal 80 uur en wordt gegeven over een periode van vijf weken, met twee volledige lesdagen per week. Net als bij het kookgerei speelt het fenomeen druk een grote rol bij de snelkookpan voor ondernemers. „We houden mensen een spiegel voor. We laten ze meteen in het begin kritisch naar zichzelf en hun idee kijken. Dat doen we met groepsgesprekken, waardoor alle starters ook hun mening kunnen geven op wat de anderen van plan zijn,” legt Theo Breuers uit. De directeur van het Margratense ticketing- en softwarebedrijf Compo – 23 medewerkers – is een van de professionals die de lessen verzorgen.

Die aanpak overvalt sommige starters, erkent Breuers, maar is wel noodzakelijk. „Je zou eens moeten opnemen wat mensen in het begin allemaal vertellen. Het zijn vaak dagdromen. Allerlei zaken die praktisch helemaal niet uitvoerbaar zijn. Ik kan ze dat wel vertellen, en dat doe ik ook, maar ze zijn vaak nog meer onder de indruk als andere cursisten dat ook vinden.”

Zo sprak Breuers tegen cursiste Marianne Pfeifer (31) – die „iets met de combinatie sociaal-cultureel werk en horeca” wilde gaan doen – de inmiddels legendarische woorden ‘leuk dat idealisme, maar dat is absoluut niet haalbaar’. Pfeiffer weet nog precies hoe ze erop reageerde. „In eerste instantie dacht ik ‘dat zullen we nog wel zien’, maar dat is snel veranderd. Ik denk dat dat ook zijn doel was.” Klopt precies, zegt Breuers: „Ik wil dat je ogen opengaan. Je hebt iets in je hoofd, je zit er vol van. Maar je kunt geen onderneming bouwen op een roze wolk.”

De jonge Maastrichtse werd „wakkergeschud” door de woorden van de ondernemer. „In het begin kon ik Theo wel schieten. Een paar dagen later kwam het moment dat je je realiseert waarom hij zegt wat hij zegt. Je leert je eigen beperkingen kennen en dat is net zo belangrijk als weten waar je kracht ligt.”

Die aanpak kan confronterend zijn. „Zeker in het begin”, zegt Breuers. „Maar als je daarna weer aan de beurt bent om te vertellen over je plan, dan merk je dat je beeld is veranderd. Je hebt dan zoveel input gekregen, dat er een beter idee ligt dan waar je zelf mee was gekomen.”

Pfeifer erkent dat. „Soms is het ook wel heel fijn om te horen welke kant je niet op moet gaan. En soms zit je juist te wachten op de bevestiging dat je wel goed bezig. Daar heb zowel op persoonlijk vlak als wat de business betreft veel gehad.” Ze heeft haar plan van een eigen bedrijf inmiddels gerealiseerd. Sinds deze week is ze uitbater van een door mensen met een beperking gerund restaurant in de ontmoetings- en ontwikkelingsplaats Athos van de Maastrichtse zorgstichting Radar. „Idealisme en ondernemen kunnen dus toch best samengaan”, zegt Pfeifer, „als je het maar goed aanpakt.”

Van de zeven cursisten die deelnamen aan de eerste editie van de cursus, zijn er vijf inmiddels volop aan het ondernemen, zegt Joyce Verheijden. Een deelnemer haakte tijdens de cursus af, een andere besloot na afloop iets anders te gaan doen. Volgens Marlies Heeringa is dat ook positief. „Je stelt je tijdens de cursus ook de de vraag: ben ik wel geschikt om ondernemer te worden? En soms is het antwoord daarop ‘nee’. Dan is het verstandiger om er niet aan te beginnen en op zoek te gaan naar iets dat wel bij je past.”

Meer informatie over de cursus:

www.inspiratiehuismaastricht.nl